Ine Pisters, 62, Gent
Lichamelijkheid, intimiteit op latere leeftijd. Ik dwaal meteen af. Naar lichamelijkheid en intimiteit op jongere leeftijd. Een van de post-60 reflexen is terugblikken op het voorbije leven. Begrijpen, verantwoorden, verklaren, een evenwicht zoeken achteraf, met allerlei argumenten in de weegschaaltjes. En bedenken wat nu (nog) kan en moet, of wat je je zou wensen.
Alles oké met het lichaam en de rimpels. En de ideale partner die er niet is. En dus liever single. Of door omstandigheden. Maar met het werk is het niet oké. Dat is in deze wereld nooit echt eenvoudig, dat doolhof of die promenade van keuzes en het gebrek daaraan, de contracten, de carrière… Maar nu al helemaal een bron van gevoelens van overbodigheid en verveling. Anciënniteit, rat race, digitalisering, uitsluiting – kan het echt niet fatsoenlijk worden gedoseerd? Dit soort professionele stilstand roept meer weerstand op dan (de vooroordelen omtrent) seksuele stilstand of inactiviteit. Het creëert ook afstand. Als bevrijding, als vervreemding.
Om in te zien wat er aan de hand is, of was, is het overigens goed om zelf wat afstand te nemen, ten opzichte van de werkelijkheid en van jezelf. Wat volgt daarop: verlies je de band met de werkelijkheid of met jezelf – of dring je er net verder in door? Is het een kwestie van navelstaren of diepere inzichten, een basis voor verzet of zelfontplooiing? Gaat het bij een vraagstelling rond intimiteit en lichamelijkheid om beschouwingen over de geladen behoefte aan passie en overgave, delen, een gedeelde vorm van opperste geluk en welbehagen, waanzin, ondoordachtheid, grenzeloosheid, naïviteit, of gewoon om een vanzelfsprekende dimensie van het leven en de menselijke ervaring. Waar je behoedzaam mee moet omgaan.
Al bij al betreft het de creatie en organisatie van een eigen ruimte in een gegeven maatschappelijke ruimte. Met bijkomend, als onderdeel van de context – méér dan het behang – een aantal determinerende onoverkomelijke obstakels en mogelijkheden.
De maatschappelijke blik is veel determinerender geworden dan hij ooit was, zo stel ik vast. Het bewustzijn over de maatschappelijke blik, de maatschappelijke ordening en je plaats daarin, is door de jaren gegroeid. Dat is nog normerender dan de normen zelf. De blik van de ander. Een ander verhaal dan het emanciperende discours over de blik op de ander. ‘O, maar van de blik van anderen moet je je bevrijden.’ Net zoals van je eigen (voor)oordeel over de ander. Nee, zo werkt het niet. Wat zeggen de mensen, en wat heb je zelf te zeggen. Welke kansen krijg je van ‘die mensen’ die zelf al dan niet veel kansen krijgen om iets te zeggen. Daar word je je door de jaren heen net steeds meer van bewust. De onbevangenheid is weg.
Heb je ergens recht op? Wat weet je, wat zijn je eigen ethische oordelen en ideologische visie op je eigen kennis en ervaringen en aandeel daarin, en op het gedrag van anderen? Heb je het recht om niet gediscrimineerd te worden, wegens je leeftijd, wegens je maatschappelijke positie, wegens de roddels, wegens je burgerlijke staat, wegens je traject? Wie bepaalt de rode draad? Wie erkent de behoefte? Behoefte impliceert niet altijd recht, dat is ook wel zo.
Het intieme leven staat intellectuele en morele ontwikkeling, betrokkenheid en inzet niet in de weg, maar staat er ook niet los van. Het zorgt voor stress en verwarring, maar dat gebeurt ook in de beste huwelijken. Het intieme leven is, zou je denken, heel persoonlijk. En toch, denk ik, slingert het je weg van jezelf, en lijkt het niets met je persoonlijke leven te maken te hebben. Het lijkt een beleving die zich/jezelf afsplitst van je leven. Een moment buiten de werkelijkheid, een ervaring buiten de dagelijksheid. En achteraf een lieve herinnering, een voorbij intiem moment, of een trauma dat paniek genereert. Of een groot gemis. Er groeit een evenwicht uit, uit deze tegengestelde hardnekkige herinneringen. Misschien.
Moet je je dat allemaal even helder herinneren? Je vergeet ook zoveel andere – blije en minder blije – gebeurtenissen, bijvoorbeeld uit je kindertijd. Was jij dat kind? Bleef je éénzelfde persoon? Een stroom ervaringen. Een stroom die ergens uitmondt. De grond onder onze voeten is water!
Is het verantwoord om je over te geven aan het moment, zonder aan mogelijke emotionele of sociale implicaties te denken – ook al is het eerlijk en nooit vulgair of oppervlakkig bedoeld. Love’s been good to me, zingt Johny Cash. Of alleen binnen een close hechte vertrouwensband en samenlevende duurzame relatie? Moeten we het er publiek over hebben, over dat (voorbije) intieme leven, laat staan het seksuele? Nee, te gênant, en het zijn nu eenmaal niet andermans zaken. Indiscreet lijkt het me, om het er openlijk over te hebben, te schrijven. Nooit zijn het de juiste woorden. En toch gaat er iets bevrijdends uit van een openhartig discours en besef van de impact van relaties en de link met verwachtingen en ideologische patronen.
Het is allemaal intens en ingrijpend, maar soms ook vluchtig en zonder gevolg, ervaringen waarvan je zegt: so what? Althans wanneer iemand er naar informeert, die daar helemaal geen zaken mee heeft. De intieme ervaringen zijn uniek, en lijken me net zoals andere ervaringen even veel of weinig belangrijk en bepalend. Er zijn ook steeds anderen mee gemoeid, en veel gevoelens, grenzen, verwachtingen, grenzeloosheid en onvoorwaardelijkheid. De impact is niet volledig in te schatten. Dus toch wel belangrijk.
Wat als het fout gaat? Fight or flight? Vechten hoort er niet bij. Het is geen kwestie van winnen of verliezen. De uitkomst mag niet zijn marginaal te worden, noch elitair. Geen knecht, geen meester. En dat verandert niet met de leeftijd.
Slotbeschouwing Niet dat ik ooit de eeuwigheid, de oneindigheid of de onsterfelijkheid in mijn achterhoofd had al die tijd, maar het vergrote bewustzijn van de dood maakt dat ik vaker relativeer en stop. Stoppen met iets te verwachten, iets belangrijk te vinden, iets als perspectief te zien. Misschien is het bevrijdend. Het brengt rust. En is daarom net een reden tot levenslust: nu moet het gebeuren, we hebben niet eeuwen de tijd. Of is het een vermoeide geest. Alles wordt stilletjesaan déjà-vu.
Dat is hoe ik er op dit moment over denk. Het is niet definitief.
INE PISTERS (°1960)
Vous êtes une femme de plus de 50 ans et vous souhaitez partager votre expérience de l'intimité et de l'(a)sexualité sur ce site web? Envoyez-nous votre histoire ! Nous sommes intéressés par les témoignages personnels de femmes sur leurs expériences par rapport au corps vieillissant, aux relations, à l'intimité et à la sexualité.